Wintertelling Nederlandse ooievaars 2013 Telweekend 12 en 13 januari

Gedurende de verschillende seizoenen van het jaar zijn er andere soorten vogels waar te nemen. Veel soorten trekken bij het vorderen van het jaar langs gebieden waar ze tijdens de elkaar opvolgende seizoenen voedsel kunnen vinden. Sinds ongeveer honderd jaar wordt dit verplaatsingsgedrag van vogels onderzocht door middel van ringen. Met een ring krijgt iedere vogel een uniek nummer en is daardoor als individu herkenbaar. Als vogels levend  of dood gesignaleerd worden meldt men de ringnummers terug naar het ringstation dat op de ring vermeld staat. Meer recent wordt er naast het ringen gebruik gemaakt van kleine satelietzenders die aan de vogels bevestigd worden. Door middel van GPS wordt daarbij de verplaatsing geregistreerd. Aardige voorbeelden van deze onderzoeksmethode kun je zien op website van het project Ooievaars zonder Grenzen van onze Belgisch collega’s.

Onze landelijke organisatie STORK doet onderzoek naar het gedrag van de ooievaars in Nederland. Doordat ooievaarsringen vrij groot zijn kunnen de nummers ervan met een scope of door de telelens van een fototoestel afgelezen worden. Dit nummer kun je dan melden bij STORK te samen met gegevens over de datum, tijd en plaats waar je de ooievaar(s) gezien hebt.  De gegevens worden opgeslagen in een database en bij onderzoek naar het gedrag van ooievaars geanalyseerd.

Telweekend 12 en 13 januari Amsterdam telt mee
Een deel van de ooievaars die in Nederland broeden blijft ook gedurende de winter in ons land. Een ander deel vertrekt na afloop van het broedseizoen naar warmere zuidelijke streken. De jonge ooievaars die in ons land geboren worden gaan het jaar dat ze uitvliegen altijd op trek.  Na afloop van het het broedseizoen gaan ooievaars die in Nederland overwinteren zwerven door de regio en ook wel verder in het land. Het doel van de wintertelling is om het gedrag van deze overwinterende ooievaars te onderzoeken. We willen graag weten om hoeveel ooievaars het gaat in Nederland en binnen de regio Amsterdam. Waar ze voedsel zoeken. Welke rol het contact met mensen daarbij speelt. En wat de invloed is van weersomstandigheden.

Amsterdammers kunnen ons komende zaterdag en zondag helpen door te melden als ze ergens in de regio een ooievaar zien. Maar een gedeelte van de ooievaars draagt een ring. Ben je in staat deze af te lezen dan is daardoor extra informatie bekend over de vogel. We weten dan met om welke individuele vogel het gaat. Of en waar en met welke partner zij/hij van de zomer gebroed heeft. Wat de leeftijd is en waar zij/hij zelf geboren is.  Maar ook als je het ringnummer niet kunt aflezen of het betreft een ongeringde ooievaar dan is het belangrijk dat je de waarneming meldt. De meldingen van de ooievaars in Nederland worden centraal verzameld en bewerkt door onze landelijke organisatie STORK. De gegevens van ooievaars  die je waarneemt kun je op drie manieren doorgeven:

A) Door middel van het meldformulier op de website van STORK.

B) Het sturen van een e-mail. Het adres voor de wintertelling 2013 is: wintertelling2013@ooievaars.eu.  In het mailbericht moet je dan zo mogelijk de volgende gegevens opnemen:

  1. Het aantal waargenomen vogels.
  2. Zo nauwkeurig mogelijk waar je ze gezien hebt. De datum en tijd.
  3. Je naam.
  4. Of de ooievaar(s) zelf voedsel zoekt en/of door mensen wordt bijgevoerd.
  5. Het ringnummer indien geringd.
  6. Jouw e-mailadres (niet verplicht).  

C) Telefonisch melden kan ook maar alleen gedurende het telweekend 12 en 13 januari. STORK is dan telefonisch bereikbaar op het nummer 06 57801295.

Ook hele maand januari kun je gegevens van ooievaars die je waarneemt aan STORK doorgeven.