Vier ooievaars geringd op Natuurpark Vrije Geer

1606 ooievaar weer uit tas (427x640)

foto’s Els Albers
tekst Tamar Frankfurther

 

 

 

 

 

Ooievaars worden ongeveer 40 dagen na hun geboorte geringd. Dan hebben ze al enkels, zodat de ring daarachter blijft hangen, maar dan kunnen ze nog niet uit angst voor de mens het hoge nest uit lopen en te pletter vallen. Dat luistert nauw. Het was dan ook best wel spannend voor ons toen ringer Engbert van Oort arriveerde. Nu, op 16 juni,  zou het dan écht gaan gebeuren… Als alles maar goed zou gaan…

Beheerder Henk Damen had de hele operatie goed voorbereid en een pad gemaakt, zodat we de paal makkelijk konden bereiken. Kasper van den Bos, boomverzorger van J.M. de Wit Groenvoorziening BV uit Hazerswoude-Rijndijk, had zijn veiligheidsgordel al om. De lange ladder werd tegen de zes meter hoge paal gezet en de klimlijn werd aangebracht. De ouder op het nest vloog verschrikt weg en bleef de hele tijd boven het nest cirkelen.

Na instructies van Engbert klom Kasper met twee grote boodschappentassen rap naar boven. Toen hij van bovenaf in het nest keek, zag hij – zoals voorspeld – vier jonge ooievaars plat liggen. Ze hielden zich dood. “Dat is hun overlevingsstrategie in geval van gevaar”, vertelde Engbert. Voorzichtig pakte Kasper de vogels (best een gewicht al!) één voor één op en legde ze om en om in de twee tassen, die voorzichtig naar beneden werden getakeld.

Kilo verschil!

Engbert tilde de vier jonge vogels uit de tas en legde ze op een rijtje. Hij was gelukkig meteen erg tevreden met hun conditie. “De ouders hebben voor alle vier de vogels goed gezorgd. Ze zijn allemaal sterk, gezond en best fors, zeker voor zo’n groot nest.” Snel gaat Engbert meten en wegen. Onze ooievaars krijgen de ringnummers 4E/01 tot met 4E/04. Eén vogel is duidelijk kleiner dan zijn drie broers/zussen. Het geslacht van ooievaars wordt pas na een paar jaar zichtbaar – eerder hebben ze die ‘ballast’ niet nodig… De vleugellengte van de vier varieert tussen de 275 en 365 mm; de snavels tussen 78 en 98 mm; de kop-snavellengte tussen 145 en 179 mm en de tarsus tussen de 151 en 192 mm. De kleinste woog 2650 gram en de zwaarste bijna een kilo meer: 3620 gram!

Daarna werden de vogels weer voorzichtig in de tassen gelegd en naar boven getakeld, waar Kasper ze liefdevol terug in hun nest legde (was nog best wel passen en meten). Zodra de ladder weg was weggehaald en wij wat afstand hadden genomen, kwam een van de ouders meteen terug voor inspectie. Al snel hervatte het gewone leven op de hoge paal zich weer alsof er niets gebeurd was…

Waarom ringen?

Aanvankelijk vroegen wij ons af waarom we deze jonkies eigenlijk zouden moeten verstoren en of we wel energie moesten steken in het ringen. Toen we eenmaal uitleg hierover hadden gekregen, was het meteen duidelijk voor ons dat we wilden meedoen aan het wereldwijde ringproject. Waarom? Er is nog relatief weinig over het gedrag van ooievaars bekend en de ringen zijn onmisbaar voor onderzoek. De cijfers op de ringen zijn zo groot dat ze met een verrekijker of op een foto prima af te lezen zijn. Nu kunnen we van deze vier hun leven lang allerlei zaken gaan volgen: waar ze naar toe gaan; hoe ze zich verspreiden; of ze nesttrouw en/of partnertrouw zijn; hoe oud ze worden en hoeveel jongen ze krijgen.

De kans is groot dat de jongen eerst naar het zuiden trekken. Volgend jaar zijn ze nog niet geslachtsrijp. In 2018 zou het dus zo maar kunnen dat zij zich weer op Sloten melden… Wie weet… we gaan het in de gaten houden!

Ringnummers en meetgegevens van de in Amsterdam geringde ooievaars vind je hier

1606 terug in de tas (427x640)