Waar eten de Amsterdamse ooievaars?

We weten nog niet zo veel over hoe ooievaars in de  Amsterdamse regio leven. Wat de keuze van de nestplaatsen betreft valt de voorkeur duidelijk op de bebouwde omgeving. Soms midden in de binnenstad. Er is maar weinig bekend over het foerageergedrag van ooievaars.

Nest Frankendael. Foto: lucietheodora.blogspot.com

Nest Frankendael. Foto: lucietheodora.blogspot.com

Ooievaars zijn naar mensentermen geëmancipeerde dieren. Zowel de vrouwelijke als de mannelijke vogel hebben een gelijke inbreng in het broeden en de zorg voor de jongen. Beurtelings verblijft een van de twee op het nest terwijl de ander op foerageertocht gaat. Als de laatste na zo’n anderhalf tot twee uur op het nest terugkeert wordt het de krop opgeslagen voedsel uitgebraakt voor de jongen. Die van de bodem oppikken. Daarna wisselen de oudervogels van rol. En vertrekt de andere ooievaar op voedseltocht.

Het Instituut voor Biodiversiteit en Ecosysteem Dynamica van de Universiteit van Amsterdam verricht onderzoek naar ooievaars in Gorssele. Naarmate het broedseizoen vordert neemt de voedselbehoefte van de jongen toen. Uit de eerste resultaten van het onderzoek weten we dat de ooievaars dan op een grotere afstand van het nest voedsel zoeken.
Gorssele ligt in een landelijk gebied met veel groen. De ooievaars in het Amsterdamse leven in een bebouwde stedelijke gebied. Dat vooral gekenmerkt wordt door stenen gebouwen en wegen. Met hier en daar wat plukjes groen van de parken. Uit de populatiegroei valt op te maken dat de soort zich ook hier goed kan handhaven.

Een vergelijkbaar onderzoek als in Gorssele zou veel inzicht kunnen brengen over het gedrag van ooievaars in een stedelijke habitat. Als we weten waar de ooievaars foerageren kunnen op die plekken maatregelen getroffen worden om de biotoop te verbeteren. Dat kan bijvoorbeeld door het aanleggen van paddenpoelen, plas-dras-land en takkenhagen. Het aantal prooidieren neemt daardoor toe. Toename van het aantal ooievaars verstoort het ecologisch evenwicht niet. Uit onderzoek is gebleken dat ooievaars geen gevaar vormen voor de stand van andere dieren zoals bijvoorbeeld weidevogels of amfibieën.

Zender wordt bevestigd aan ooievaar. Foto: Vogelwerkgroep de IJsselstreek

Zender wordt bevestigd. Foto: Vogelwerkgroep de IJsselstreek

Voor het onderzoek naar ooievaars wordt gebruik gemaakt van unieke in Amsterdam ontwikkelde minizendertjes die aan de vogels worden bevestigd. De dieren ondervinden daar geen hinder van. De zendertjes staan in contact met een basisstation. Met een toepassing van het computerprogramma Google Earth is het mogelijk om op een computerscherm is de voedseltocht van een foeragerende ooievaar in realtime te volgen. Door de visualisatie van de onderzoeksdata zijn de resultaten bijzonder geschikt voor toepassingen binnen onderwijs- en voorlichtingsprogramma’s. Kinderen kunnen in de klas op het computerscherm volgen hoe hun-ooievaar in de biotoop rondvliegt. Achter een ploegende boer aanloopt om wormen en andere prooidieren op te pikken. Om daarna met een volle krop op de thermiek naar het nest terug te Klaar om te worden losgelaten. Foto: Vogelwerkgroep De IJsselstreekzweefvliegen. Als er dan ook nog een webcam aanwezig is bij het nest kan van het computerprogramma dat door het zendertje van de ooievaar gevoed wordt overgeschakeld worden naar filmische beelden. Te zien is dan hoe de beide partners elkaar op zijn ooievaars met veel geklepper begroeten en het in de krop opgeslagen voer op het nest wordt uitgebraakt voor de jongen.

Mat Janssen