Ooievaarsproject Amsterdam in a nutshell

Inleiding
Zo’n 40 jaar geleden stond het er slecht voor met de ooievaars in Nederland. De Vogelbescherming is in 1969 een project gestart om om de ooievaar als soort voor ons land te behouden. De vogels werden in kooien gefokt bij ooievaarsbuitenstations. De jonge vogels die geboren werden liet men vrij rondvliegen en op trektocht gaan. Ooievaars die van de winterverblijven terugkeren vestigen zich altijd in de omgeving waar ze geboren zijn. Daardoor is er nu in de gebieden waar de buitenstations gevestigd waren weer een redelijke populatie.  Sinds een aantal jaren broeden er ook in het stedelijke gebied van Amsterdam met succes enige paren. Ieder jaar vliegen er een aantal jonge ooievaars uit. De bedoeling van het ooievaarsproject is om langs de natuurlijke weg met een beetje menselijke hulp tot een levensvatbare populatie te komen. De streek Groot Amsterdam en Omstreken vormt door de grondwaterstand een goede habitat voor de ooievaar.
De kern van het concept van het ooievaarsproject is dat er een samenhang bestaat tussen drie met elkaar verweven onderdelen: natuurontwikkeling, educatie en onderzoek.

Foto 1 – Hannah Jansen Vondelpark 2012

Natuurontwikkeling
Het uitgangspunt is om aan te sluiten bij het natuurlijke gedrag van de soort. Ooievaars zoeken elkaars gezelschap op. Ze broeden in kolonies. Op de plekken waar de ooievaars nu met succes jongen grootbrengen kan de nestgelegenheid uitgebreid worden zodat er kleine kolonies ontstaan van drie of vier broedparen. Doordat de jonge vogels als zij uit de winterverblijven terugkeren zich in de streek vestigen breidt het aantal zich vanzelf uit. Geografisch moet het project aansluiten bij de biotoop waar de ooievaars foerageren. Dat is een uitgebreid gebied dat zich dat zich tot op een grote afstand van het nest uitstrekt. Doordat de ooievaars gedurende het broedseizoen niet of nauwelijks in de buurt van het nest foerageren vormen ze geen bedreiging voor het ecologisch evenwicht in de directe omgeving daarvan.

Educatie
Het doel van educatie is tweeledig. We willen het publiek zoveel mogelijk plezier laten beleven aan de aanwezigheid van de ooievaars op de plekken waar gebroed wordt. Daarbij worden programma’s ontwikkeld waarmee de levenswijze van de ooievaars wordt uitgelegd. Er wordt voorlichting gegeven over hoe te voorkomen is dat de ooievaars door onbedoeld menselijk handelen, zoals bijvoorbeeld het ongewenst voeren door het publiek, een gedrag aanleren dat strijdig is met de natuurlijke levenswijze. Bij de educatieve programma’s wordt uitgegaan van een multimediale aanpak. Naast schriftelijk en audiovisueel materiaal wordt er gebruik gemaakt van webcams voor de waarnemingen op de nesten en computerprogramma’s waarbij onderzoeksgegevens gevisualiseerd worden.

Onderzoek
Om beter inzicht te krijgen op de gedragingen van ooievaars is het wenselijk dat het plan samen gaat met onderzoek. Belangrijk om een goed inzicht krijgen hoe de populatie is opgebouwd en verspreid over de regio. Daarvoor is het nodig om de jonge ooievaars die van Amsterdamse nesten uitvliegen te ringen. Ze worden dan als individu herkenbaar en zijn te volgen op hun verdere levensweg met name wat betreft broedgedrag en nakomelingen. Bij enige nesten kunnen webcams geplaatst worden. Verder is het wenselijk om het foerageergedrag en de verplaatsing door de regio en eventueel de trek te onderzoeken. Dat kan door een aantal van de ooievaars te voorzien van een mini-zendertje waarmee ze in contact staan met een basisstation. Het bijzondere van deze methode van onderzoek is dat de gedragingen van de ooievaars op een directe wijze te observeren zijn op een computerscherm. Bij onderwijs- en voorlichtingsprogramma’s kan dit worden toegepast als een vernieuwend didactisch middel.

Public relations en sponsoringen subsidies
Om het Ooievaarsproject Amsterdam te realiseren zijn relatief bescheiden middelen nodig. Voor de natuurontwikkeling bestaan deze uit het aanleggen van nestgelegenheid en biotoopverbetering. De onderdelen educatie en onderzoek kunnen deels gebruik van gezamenlijke middelen zoals webcams, zendermaterialen en ICT. Verder is er publicitaire middelen nodig als drukwerk, tentoonstellingsmateriaal en internet.
Het ooievaarsproject kan een hoog PR-gehalte hebben en een uitstraling voor natuurontwikkeling- en natuureducatie in het algemeen. Ooievaars zouden net zoals de Pandaberen in China een mascotte kunnen vormen voor het streven van biodiversiteit in de Nederlandse natuur. Amsterdam kan daarbij van de symboolfunctie van de ooievaar gebruik maken als toonbeeld van het belang dat men hecht aan ecologie binnen de gemeente. Daarbij vormen de familietaferelen op de nesten met jongen een levendige toeristische trekpleister. Dit voor een fractie van de kosten die bijvoorbeeld recreatieve- of culturele voorzieningen met zich mee brengen. Sponsors uit het bedrijfsleven kunnen door deelname hun maatschappelijk engagement aangeven. Natuur is een ‘hot item’. De eerste kosten werden door de medewerkers zelf gedragen. Het project heeft onlangs een enorme push gekregen door de professionele en materiële ondersteuning van ‘De Gezonde Stad’.  De Vogelwerkgroep Amsterdam steunt ons financieel bij het ringen van  jonge ooievaars in
Amsterdam.